Baanatletiek

Atletiek is een erg leuke en veelzijdige sport. Onderdelen als sprinten, kogelstoten, hordelopen, verspringen, discuswerpen, balwerpen, hoogspringen, midden-lange afstand, speerwerpen en estafette vallen allemaal binnen de atletieksport.

Onder een goede begeleiding ontwikkel je alle motorische basiseigenschappen, zoals kracht, snelheid, uithoudingsvermogen, coördinatie en lenigheid.

We trainen meerdere keren in de week op de atletiekbaan. In het winterseizoen vindt er één van deze trainingen plaats in een plaatselijke gymzaal. 

Trainingsopbouw en -indeling

Een training bestaat over het algemeen uit een warming up, twee kerntrainingen en een cooling-down.

De warming-up wordt vaak in spelvorm afgewerkt, maar altijd als voorbereiding op de kerntraining.
De kerntraining richt zich op de verschillende onderdelen van atletiek. Naast het trainen op techniek, wordt er ook aandacht geschonken aan snelheid, lenigheid, kracht en conditie in verschillende vormen. 

Wedstrijden

Vanaf de maand maart worden baanwedstrijden bezocht. Deze wedstrijden worden georganiseerd door atletiekverenigingen in de nabije omgeving (regio 13).
Vanaf oktober gaat het winterseizoen in en kunnen de atleten deelnemen aan crossen en indoorwedstrijden.
De trainingen worden op dit atletiekschema aangepast.

Kledingadvies

Voor advies over kleding kun je altijd bij je trainer terecht.  

Adressen

Atletiekbaan: Sportpark “Gemullehoeken” aan de Vennelaan te Oisterwijk.
Gymzaal: Brede school Waterhoef Schoolstraat / Cia van Boorthof. 

Trainingstijden

Click hier voor het overzicht.

Vakanties

De vakanties van de baanatletiek lopen parallel aan de schoolvakanties. Er wordt getraind tot en met de eerste zaterdag die in de vakantie valt.

Er wordt weer gestart op de eerste dinsdag (pupillen) en woensdag (junioren) ná de vakantie.  

Weersomstandigheden

De trainingen vinden in principe plaats onder alle weersomstandigheden, met uitzondering van hevige sneeuwval en (de nabijheid van) onweer.  Click hier voor nadere informatie.
 

Contact

Heb je vragen? Neem contact op met de trainer.

 

Kledingadvies (winter)

 Guur, koud en toch lekker hardlopen


Door de sneeuwval en harde wind worden de loopomstandigheden een stuk lastiger. Als je toch gaat lopen let dan er dan goed op wat je aantrekt, je hebt vooral warmte nodig en je moet natuurlijk droog blijven.
Deskundigen geven allen het zelfde kledingadvies: laagjes. Draag kleding in laagjes en dan het liefst functionele kleding. Hardlopen langer dan een uur in koud of regenachtig weer vergroot bijvoorbeeld het risico op hypothermia.

Hypiothermia treedt op als je lichaam te weinig in staat is om je eigen lichaamstemperatuur op peil te houden. Met koud guur weer, soms het weer gecombineerd is met sneeuw of regenval is het verstandig om ook aan handschoenen en een muts te denken. Je wilt tenslotte ook je oren en vingers goed beschermen.
Als het heel koud wordt denk dan ook aan de bescherming van je neus..
Bouw op in drie lagen

De hardloper in de winter heeft drie of nog meer lagen nodig om zichzelf goed te beschermen onder het vriespunt. Gezondheidsnet geeft de volgende indeling voor de loper:
De eerste laag

Je krijgt het vooral koud als transpiratievocht op de huid afkoelt. Thermo-ondergoed is de perfecte basis om dit tegen te gaan. Het materiaal van dit ondergoed is opgebouwd uit synthetische vezels. Deze vezels zuigen het transpiratievocht op van de huid.

Het transpiratievocht gaat naar de volgende laag: het shirt en de broek. Het vocht wordt dus naar buiten getransporteerd. Zo blijf je droger en dus ook warmer. Thermo-ondergoed is er voor het boven- en onderlijf.


Dit is de laag die we over het ondergoed dragen. Wanneer het droog en kouder weer is met weinig wind, kun je het beste een shirt met lange mouwen dragen. Het shirt moet net zoals de eerste laag van vochtdoorvoerend materiaal zijn. Ook dit is gemaakt van vezels die het vocht naar de buitenkant transporteren, waar het kan verdampen.
De derde laag

Onder barre weersomstandigheden - veel wind, regen en koude temperaturen - is een derde laag een absolute must. De derde laag is nodig om wind en regen te stoppen. Het meest ideale loopjack moet winddicht, waterafstotend en goed ventilerend zijn.

Meer dan de helft van je lichaamswarmte verlaat het lichaam via je hoofd! Draag daarom een goede muts en handschoenen.

Kledingadvies (Zomer)

 Algemene richtlijnen voor het sporten bij warm weer


Draag luchtige kleding die verdamping van zweet mogelijk maakt, zodat de huid kan afkoelen. Ook de kleur van de kleding is belangrijk. Lichte kleuren weerkaatsen de zonnestralen en nemen daardoor minder warmte op. Donkere kleuren daarentegen absorberen de zonnestralen waardoor ze juist warmte opnemen.

Probeer geleidelijk te acclimatiseren als het weer plotseling omgeslagen is of wanneer je naar een land gereisd bent waar het warm is. Het kan dagen tot ruim een week duren voordat je lichaam zich helemaal heeft aangepast.
Sport in de hitte in een lager tempo dan je gewend bent en sport minder lang. Dit is vooral belangrijk wanneer je niet zo goed getraind bent.
Train bij voorkeur 's-morgens of 's-avonds en probeer de middaghitte te vermijden. Als je aan een wedstrijd mee wil gaan doen, train dan op het tijdstip van het komende evenement. Hierbij kan het lichaam zich aanpassen aan de weersomstandigheden van dat tijdstip van de dag.

Gaan de trainingen niet lekker, wees dan zo verstandig om niet deel te nemen aan wedstrijden.
Train op bosgrond of gras. Dit is aanzienlijk koeler dan sporten op asfalt waar de warmte wordt teruggekaatst.
Las bij warm weer regelmatig drinkpauzes in, zelfs wanneer je geen dorst hebt. Dorst treedt namelijk pas op als je al (te) veel vocht verloren hebt. Het al dan niet hebben van dorst is dus een slechte graadmeter voor het uitgedroogd zijn. Een hardloper zal zich daarom moeten "aanleren" om tijdens lange duursporten regelmatig te drinken en niet te wachten tot het dorstgevoel optreedt.

Tijdens de inspanning

Drink zo'n 20-30 minuten vóór de start van de training of wedstrijd een halve liter.
Drink tijdens inspanning om de 15 minuten zo'n 150-200 ml (= een bekertje). Koele dranken van 12-15° Celcius worden gemakkelijker opgenomen dan warme dranken.
Neem geen zouttabletten. In de Nederlandse situatie zijn zouttabletten niet nodig maar kunnen wel maag- en darmklachten veroorzaken.

Drink geen of weinig koffie, thee en alcohol. Deze dranken hebben tot gevolg dat je meer urine gaat produceren dan je gedronken hebt. Hierdoor wordt het handhaven van de lichaamstemperatuur bemoeilijkt.
Weeg jezelf dagelijks (zonder kleren) vóór en na de training. Je kunt dan goed controleren of je tijdens en vlak na het hardsporten voldoende hebt gedronken.
Terug naar boven